(English version soon)
In de late zomer van 1939 stuitte geoloog Otto Völzing in Stadelgrotten van de Duitse Schwäbische Alb met zijn schoffel op een hard voorwerp dat hij daarmee versplinterde. Pas dertig jaar later kwam aan het licht dat de talloze bewaarde fragmenten tezamen konden worden gereconstrueerd tot de ‘Löwenmensch” – het oudste figuratieve beeldje dat ooit werd gevonden (ca. 36.000 v. Chr.).
Het dertig centimeter hoge, ivoren zoömorphe beeld werd van meet af aan aangemerkt als een mythisch wezen, een hybride half mens – half leeuw, maar door de schaarse gegevens over de culturele context staat en stond het beeldje open voor meerdere interpretaties. Hieronder valt ook nog steeds de mogelijkheid dat het een sjamaan voorstelt die de huid van een holenleeuw om zich heen heeft geslagen.
Dit soort gehybridiseerde wezens zijn van alle tijden en culturen. Niet zelden vind de wetenschap een zekere consensus over de oorspronkelijke aard, betekenis en functie van dergelijke artefacten. Waar wetenschappers echter minder vat op krijgen is de vraag hoe hier in verscheidene culturen en tijdsgeesten allerlei typologische varianten op kunnen ontstaan. Door toedoen van reproductieprocessen ontstaan er talloze variaties in representatie, maar dit proces laat zich vaak moeilijk ontrafelen. Toch lijkt elke herkenbare verschijningsvorm steeds weer te kunnen worden teruggevoerd op een (reeks van) eerdere versie(s).
Mooi voorbeeld is de populaire animatiefilm Kung-Fu Panda, waarin een leeuw-mens optreedt; deze lijkt te linken aan Sekhmet uit het oude Egypte, die op zijn beurt weer te linken is aan de oeroude Löwenmensch.
‘Lion-man’ is een beeldend onderzoek naar zulke speculatieve overwegingen, waarin telkens weer de vraag centraal staat in hoeverre ons ‘authentieke’ verleden doorklinkt in onze hedendaagse (beeld)cultuur.
Dit project is ontwikkeld voor de Bibliotheek Utrecht, en is daar permanent te zien.